Grondstoffenverbruik (i55)

In 2022 bedroeg het grondstoffenverbruik in België 15,9 ton per inwoner. Om de duurzame-ontwikkelingsdoelstelling tegen 2030 te realiseren, moet dat cijfer dalen. De trend is onbepaald tussen 2000 en 2022 (evaluatie van november 2023).

The chart will appear within this DIV.
The chart will appear within this DIV.

Grondstoffenverbruik - België en internationale vergelijking

ton per inwoner

 200020052008201020152017202020222022//20082022//20172022//2000
België----16.113.714.513.413.015.9-0.13.4--
EU2716.717.918.514.814.014.213.714.8-1.60.8-0.5
//: Gemiddelde groeivoeten

Eurostat (2023), Raw material consumption - tonnes per capita [env_ac_mfa], https://ec.europa.eu/eurostat (geraadpleegd op 03/10/2023).

Grondstoffenverbruik volgens materiaalsoort - België

ton per inwoner

 200820102015201920202020//20082020//2015
biomassa3.53.73.83.93.70.4-0.3
metaalertsen en niet-metaalhoudende mineralen8.36.36.65.46.0-2.6-1.7
fossiele brandstoffen4.33.74.23.43.3-2.3-5.0
//: Gemiddelde groeivoeten

Eurostat (2023), Raw material consumption - tonnes per capita [env_ac_mfa], https://ec.europa.eu/eurostat (geraadpleegd op 03/10/2023).

Definitie: het grondstoffenverbruik, ook materiaalvoetafdruk genoemd, vertegenwoordigt de totale vraag naar de ontginning van materialen veroorzaakt door de consumptie van goederen en diensten binnen een geografisch referentiegebied, in dit geval België. Gegevens over de materiaalvoetafdruk zijn afkomstig van de materiaalstroomrekeningen, die de stroom van natuurlijke hulpbronnen van het milieu naar de economie modelleren. Ze omvatten de binnenlandse ontginning van materialen gemeten in tonnen grondstoffen (bijvoorbeeld, ruw erts of ruwe oogst) en de in- en uitvoer gemeten volgens schattingen van de grondstofequivalenten van de verhandelde producten (binnenlandse en buitenlandse ontginning die nodig is om de verhandelde producten te produceren). Het grondstoffenverbruik geeft dus de hoeveelheid ontginning aan die nodig is om de in het geografische referentiegebied door eindgebruikers gevraagde goederen te produceren, ongeacht waar ter wereld de ontginning van de grondstoffen plaatsvond (Eurostat, 2018). De beschouwde grondstoffen zijn de biomassa, de metaalertsen, de niet-metaalhoudende mineralen en de fossiele brandstoffen.

De hier gebruikte indicator is het grondstoffenverbruik per inwoner en wordt uitgedrukt in ton per inwoner. De gegevens komen van Eurostat.

Doelstelling: het grondstoffenverbruik moet dalen.

De duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen of SDG’s die de Verenigde Naties in 2015 hebben aangenomen, bevatten de volgende subdoelstellingen: 12.2 "Tegen 2030 het duurzame beheer en het efficiënte gebruik van natuurlijke hulpbronnen realiseren" en 8.4. "Tot 2030 geleidelijk wereldwijd de hulpbronnenefficiëntie in consumptie en productie verbeteren en streven naar de ontkoppeling van economische groei en achteruitgang van het milieu, in overeenstemming met het 10-jarig Programmakader voor Duurzame Consumptie en Productie, waarbij de ontwikkelde landen de leiding nemen".

De Federale beleidsvisie op lange termijn inzake duurzame ontwikkeling bevat de volgende doelstellingen: "De verbruikte hoeveelheid niet-hernieuwbare grondstoffen zal aanzienlijk verminderd zijn en die grondstoffen zullen enkel verder ontgonnen worden indien er geen alternatief uit recyclage bestaat" (doelstelling 33) en "hernieuwbare grondstoffen (...) zullen ontgonnen worden zonder het vermogen van toekomstige generaties om die hulpbronnen te ontginnen, in het gedrang te brengen" (doelstelling 34; Belgisch Staatsblad 08/10/2013).

Evolutie: in 2008 bedroeg het grondstoffenverbruik per inwoner 16,1t/inwoner. Het is gedaald tot 12,8t/inwoner in 2021, om daarna te stijgen tot 15,9t/inwoner in 2022. In 2020 vertegenwoordigde de netto-invoer 39% van het totale grondstoffenverbruik in België.

Internationale vergelijking: de evolutie van die indicator in België leunt dicht aan bij de evolutie in de EU27. In 2022 ligt het grondstoffenverbruik per inwoner in België (15,9t/inwoner) boven het Europese gemiddelde (14,8t/inwoner). In een verdeling van de lidstaten in drie groepen behoort België in 2022 tot de middelmatig presterende groep en het scoort minder goed dan het Europese gemiddelde. In dat jaar stond Malta met 6,6t/inwoner op de eerste plaats en Finland met 46t/inwoner op de laatste.

Opsplitsing volgens gewest: kan niet worden weergegeven omdat er momenteel geen vergelijkbare gegevens beschikbaar zijn.

Opsplitsing volgens materiaalsoort: het grondstoffenverbruik kan onderverdeeld worden in drie grote categorieën naargelang het type van de beschouwde grondstof: biomassa, metaalertsen en niet-metaalhoudende mineralen evenals fossiele brandstoffen. In 2020, bedraagt biomassa 29% van het grondstoffenverbruik, metaalertsen en niet-metaalhoudende mineralen bedragen 46% en fossiele brandstoffen 25%.

VN-indicator: de gekozen indicator stemt overeen met indicator 12.2.2 - Binnenlands materiaalverbruik, binnenlands materiaalverbruik per inwoner en binnenlands materiaalverbruik per eenheid bbp. Deze indicator wordt eveneens gebruikt voor de opvolging van een subdoelstelling van de SDG Waardig werk en economische groei (indicator 8.4.2)

Bronnen

  • Algemeen

    • SDG’s, duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen (Sustainable Development Goals): United Nations (2015), Transforming our world: the 2030 Agenda for Sustainable Development. Resolution adopted by the General Assembly on 25 September 2015, document A/RES/70/1.

    • Indicatoren: United Nations (2017), Work of the Statistical Commission pertaining to the 2030 Agenda for Sustainable Development. Resolution adopted by the General Assembly on 6 July 2017, document A/RES/71/313.

    • UN Sustainable Development: https://sdgs.un.org/ (geraadpleegd op 18/01/2023).

    • UN Sustainable Development Goal indicators website: https://unstats.un.org/sdgs/ (geraadpleegd op 18/01/2023).
  • Specifiek