Geluidsoverlast (i54)

In 2022 verklaart 13,7 procent van de Belgische bevolking geluidsoverlast te ondervinden van buren of de straat. Om de duurzame-ontwikkelingsdoelstelling tegen 2030 te realiseren, moet dat cijfer dalen. De trend is gunstig tussen 2004 en 2022 (evaluatie van november 2023).

The chart will appear within this DIV.
The chart will appear within this DIV.
The chart will appear within this DIV.

Geluidsoverlast - België en internationale vergelijking

procent van bevolking

 2004200520102013201520182019202020222018//20042018//20132022//20192020//2010
België24.923.318.917.518.017.716.014.513.7-2.40.2-5.0-2.6
EU27----20.619.118.318.217.317.6-----1.0---1.6
//: Gemiddelde groeivoeten

breuk in tijdreeks: BE 2019; covid-19-pandemie had impact op gegevensverzameling BE 2020

Statbel; Eurostat (2023), European Union Statistics on Income and Living Conditions (EU-SILC), ilc_mddw01, https://ec.europa.eu/eurostat (geraadpleegd op 20/10/2023); Statbel (2023), rechtstreekse mededeling, 21/06/2023.

Geluidsoverlast volgens geslacht - België

procent van bevolking

 200520102013201520182019202020222018//20052018//20132022//2019
vrouwen24.019.418.018.817.615.714.513.4-2.4-0.4-5.1
mannen22.518.217.117.318.016.414.414.0-1.71.0-5.1
//: Gemiddelde groeivoeten

breuk in tijdreeks: 2019; covid-19-pandemie had impact op gegevensverzameling 2020

Statbel (2023), rechtstreekse mededeling, 21/06/2023.

Geluidsoverlast volgens inkomen - België

procent van bevolking

 2004200520102013201520182019202020222018//20042018//20132022//2019
kwintiel 130.327.725.122.024.922.319.117.520.3-2.20.32.0
kwintiel 224.424.119.019.818.617.316.615.712.2-2.4-2.6-9.9
kwintiel 323.522.619.715.718.218.516.915.212.0-1.73.4-10.9
kwintiel 421.821.416.814.214.116.013.211.611.9-2.22.5-3.5
kwintiel 524.920.613.616.214.514.714.212.212.4-3.7-2.0-4.6
//: Gemiddelde groeivoeten

breuk in tijdreeks: 2019; covid-19-pandemie had impact op gegevensverzameling 2020

Statbel (2023), rechtstreekse mededeling, 21/06/2023.

Definitie: deze indicator meet het aandeel van de bevolking dat verklaart hinder te ondervinden van buren- of straatlawaai. De gevoeligheid voor geluid is subjectief. Een variatie van de indicator kan zowel te wijten zijn aan een verandering in de reële geluidsoverlast als aan een verandering van de gevoeligheid voor geluid van de ondervraagde personen.

De gegevens over deze indicator zijn gebaseerd op de enquête Statistics on Income and Living Conditions (EU-SILC) van de Europese Unie. Statistics Belgium organiseert deze binnen de EU geharmoniseerde enquête in België en stelt de resultaten ervan ter beschikking, onder meer aan Eurostat. 2004 is het eerste jaar waarvoor Europees geharmoniseerde gegevens zijn verzameld waarmee de indicator berekend kan worden. De hier gebruikte gegevens komen van Eurostat dat gedetailleerde en vergelijkbare data voor de EU-lidstaten publiceert. Omdat de gegevens op een enquête gebaseerd zijn, moet er rekening gehouden worden met een onzekerheidsmarge. De betrouwbaarheidsintervallen zijn op verzoek verkrijgbaar bij Statistics Belgium.

Vanaf 2019 werd de enquêtemethode grondig herzien met het oog op een grotere nauwkeurigheid. In 2020 had de covid-19-pandemie een impact op de gegevensverzameling. Hierdoor zijn de resultaten van SILC 2020 moeilijk te vergelijken met die van de voorgaande jaren (Statbel, 2021). Daarom worden ze niet gebruikt om de langetermijntrend te berekenen en te evalueren.

Doelstelling: het aandeel van de bevolking dat hinder ondervindt van lawaai moet dalen.

De duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen of SDG’s die de Verenigde Naties in 2015 hebben aangenomen, bevatten de volgende twee subdoelstellingen, waarbij de toegang tot adequate huisvesting (11.1 "Tegen 2030 voor iedereen toegang voorzien tot adequate, veilige en betaalbare huisvesting en basisdiensten, en sloppenwijken verbeteren") en de vermindering van de milieu-impact van de steden wordt vermeld (11.6 "Tegen 2030 de nadelige milieu-impact van steden per capita reduceren, ook door bijzondere aandacht te besteden aan de luchtkwaliteit en aan het gemeentelijk en ander afvalbeheer").

De Federale beleidsvisie op lange termijn inzake duurzame ontwikkeling bevat doelstelling 25 "het gebruik van vervoersmiddelen zal gepaard gaan met de uitstoot van zo weinig mogelijk (...) geluidshinder". Bovendien vermeldt het voorwoord van de eerste doelstelling waardige huisvesting als een van de voorafgaande voorwaarden voor het welzijn.

Tot slot heeft de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) in 2018 de "Environmental Noise Guidelines for the European Region" (WHO, 2018) gepubliceerd. Daarin worden aanbevelingen geformuleerd over het maximale geluidsniveau waaraan de bevolking zou mogen worden blootgesteld. De WHO vermeldt ook dat "geluid een van de grootste milieurisico’s vormt voor de fysieke en mentale gezondheid" (WHO, 2019).

Dus moet het aandeel van de bevolking dat aangeeft hinder te ondervinden van buren- of straatlawaai dalen.

Evolutie: deze indicator is geleidelijk gedaald van 24,9% in 2004 tot 13,7% in 2022 (met de nieuwe methodologie gebruikt vanaf 2019).

Internationale vergelijking: het aandeel van de bevolking dat hinder ondervindt van lawaai ligt in België net onder het Europese gemiddelde. Tussen 2010 en 2020 is deze indicator gedaald van 20,6% tot 17,6% voor de EU27 en van 18,9% tot 14,5% voor België. In een verdeling van de lidstaten in drie groepen behoort België in 2020 tot de middelmatig presterende groep en het scoort beter dan het Europese gemiddelde. In dat jaar stond Estland met 8,0% op de eerste plaats en Malta met 30,8% op de laatste.

Opsplitsing volgens gewest: het aandeel van de bevolking dat hinder ondervindt van lawaai in 2020 is, met de nieuwe methodologie gebruikt vanaf 2019, 20,9% in Brussel (BI95% 18,0 – 23,8), 11,4% in Vlaanderen (BI95% 10,1 – 12,7), 17,4% in Wallonië (BI95% 14,5 – 20,3) en 14,3% in België (BI95% 13,1 – 15,5). De vergelijking tussen gewesten en de analyse van de ontwikkeling van deze indicatoren in de tijd moet rekening houden met de omvang van de betrouwbaarheidsintervallen.

Opsplitsing volgens geslacht: in 2022 bedroeg het aandeel van de bevolking dat hinder ondervindt van lawaai 14,0% voor mannen en 13,4% voor vrouwen.

Opsplitsing volgens inkomen: geluidsoverlast treft vooral personen met de laagste inkomens, maar blijft in alle inkomensgroepen aanwezig. In 2022, met de nieuwe methodologie die vanaf 2019 wordt gebruikt, bedroeg het aandeel van de bevolking dat geluidsoverlast ondervond 20,3% voor de bevolking in het laagste inkomenskwintiel. Voor de andere vier inkomenskwintielen is dit aandeel ongeveer 12%.

VN-indicator: de gekozen indicator stemt met geen enkele SDG-indicator overeen, maar sluit wel aan bij subdoelstelling 11.6 die vraagt om de negatieve milieu-impact van de steden te verminderen, waaronder geluidsoverlast.

Bronnen