Woningen zonder voldoende verwarming (i34)

In 2022 verklaarde 5,1 procent van de Belgische bevolking zijn woning niet voldoende te kunnen verwarmen. Om de duurzame-ontwikkelingsdoelstelling tegen 2030 te realiseren, moet dat cijfer dalen naar nul procent. Dat doel wordt niet bereikt met een voortzetting van de trend tussen 2008 en 2022 (evaluatie van november 2023). Het deel van de bevolking dat zijn woning niet voldoende kan verwarmen, evolueert dus ongunstig.

The chart will appear within this DIV.
The chart will appear within this DIV.
The chart will appear within this DIV.
The chart will appear within this DIV.
The chart will appear within this DIV.
The chart will appear within this DIV.

Woningen zonder voldoende verwarming - België - trendevaluatie

procent van bevolking

 2000200820102015201820192020202220252030
waarnemingen--6.45.65.25.23.9--5.1----
trend en extrapolatie (november 2023)--6.36.15.34.74.54.34.03.73.4
doelstelling 20300.00.00.00.00.00.00.00.00.00.0

breuk in tijdreeks: 2019; covid-19-pandemie had impact op gegevensverzameling 2020

Statbel; Eurostat (2023), European Union Statistics on Income and Living Conditions (EU-SILC), ilc_mdes01, https://ec.europa.eu/eurostat (geraadpleegd op 27/09/2023); berekeningen FPB.

Woningen zonder voldoende verwarming - België en internationale vergelijking

procent van bevolking

 200820102013201520182019202020222018//20082018//20132022//20192022//2010
België6.45.65.85.25.23.94.15.1-2.1-2.29.4-0.8
EU27--9.910.89.67.66.97.59.3---6.810.5-0.5
//: Gemiddelde groeivoeten

breuk in tijdreeks: BE 2019; covid-19-pandemie had impact op gegevensverzameling BE 2020

Statbel; Eurostat (2023), European Union Statistics on Income and Living Conditions (EU-SILC), ilc_mdes01, https://ec.europa.eu/eurostat (geraadpleegd op 27/09/2023).

Woningen zonder voldoende verwarming volgens gewest - België

procent van bevolking

 20192020202120222022//2019
Brussels Hoofdstedelijk Gewest7.07.35.67.94.1
Vlaams Gewest1.61.81.92.211.2
Waals Gewest7.27.35.89.59.7
//: Gemiddelde groeivoeten

De onzekerheidsmarge voor deze indicator is aangegeven in de tekst voor het laatste jaar. Breuk in tijdreeks: 2019; covid-19-pandemie had impact op gegevensverzameling 2020

Statbel (2023), rechtstreekse mededeling, 07/03/2023.

Woningen zonder voldoende verwarming volgens geslacht - België

procent van bevolking

 200820102013201520182019202020222018//20082018//20132022//2019
vrouwen6.85.95.85.55.64.24.05.1-1.9-0.76.7
mannen6.05.25.94.94.83.74.25.1-2.2-4.011.3
//: Gemiddelde groeivoeten

breuk in tijdreeks: 2019; covid-19-pandemie had impact op gegevensverzameling 2020

Statbel (2023), rechtstreekse mededeling, 07/03/2023.

Woningen zonder voldoende verwarming volgens huishoudentype - België

procent van bevolking

 200820102013201520182019202020222018//20082018//20132022//2019
alleenstaande10.49.811.77.37.55.76.06.8-3.2-8.56.1
eenoudergezin16.413.315.112.312.88.28.012.4-2.4-3.214.8
twee volwassenen3.63.83.52.53.02.51.93.3-1.8-3.09.7
twee volwassenen met een afhankelijk kind4.53.13.04.43.12.94.23.3-3.70.74.4
twee volwassenen met twee afhankelijke kinderen4.02.52.44.02.12.42.22.3-6.2-2.6-1.4
twee volwassenen met drie of meer afhankelijke kinderen5.94.96.35.38.45.17.08.43.65.918.1
//: Gemiddelde groeivoeten

breuk in tijdreeks: 2019; covid-19-pandemie had impact op gegevensverzameling 2020

Statbel; Eurostat (2023), European Union Statistics on Income and Living Conditions (EU-SILC), ilc_mdes01, https://ec.europa.eu/eurostat (geraadpleegd op 26/10/2023).

Woningen zonder voldoende verwarming volgens inkomen - België

procent van bevolking

 200820102013201520182019202020222018//20082018//20132022//2019
kwintiel 115.614.517.013.816.411.712.311.90.5-0.70.5
kwintiel 27.67.86.37.55.94.55.26.5-2.5-1.413.2
kwintiel 35.83.53.52.92.32.01.43.7-9.1-8.623.0
kwintiel 41.61.01.80.91.41.21.02.8-1.4-5.733.2
kwintiel 51.41.00.60.80.20.30.70.8-15.9-16.832.0
//: Gemiddelde groeivoeten

breuk in tijdreeks: 2019; covid-19-pandemie had impact op gegevensverzameling 2020

Statbel, Eurostat (2023), EU-SILC2008 ? 2022; Statbel (2023), rechtstreekse mededeling, 07/03/2023.

Definitie: deze indicator meet het aandeel van de bevolking dat verklaart zijn woning niet voldoende te kunnen verwarmen. De gegevens over deze indicator zijn gebaseerd op de enquête Statistics on Income and Living Conditions (EU-SILC) van de Europese Unie. Statistics Belgium organiseert deze binnen de EU geharmoniseerde enquête in België en stelt de resultaten ervan ter beschikking, onder meer aan Eurostat. De hier gebruikte gegevens komen van Eurostat dat gedetailleerde en vergelijkbare data voor de EU-lidstaten publiceert. Omdat de gegevens op een enquête gebaseerd zijn, moet er rekening gehouden worden met een onzekerheidsmarge. De betrouwbaarheidsintervallen zijn op verzoek verkrijgbaar bij Statistics Belgium.

Door veranderingen in de SILC-enquête in 2005 en 2008 worden de gegevens hier pas vanaf 2008 gepresenteerd.

Vanaf 2019 werd de enquêtemethode grondig herzien met het oog op een grotere nauwkeurigheid. In 2020 had de covid-19-pandemie een impact op de gegevensverzameling. Hierdoor zijn de resultaten van SILC 2020 moeilijk te vergelijken met die van de voorgaande jaren (Statbel, 2021). Daarom worden ze niet gebruikt om de langetermijntrend te berekenen en te evalueren.

Doelstelling: het aandeel van de bevolking dat verklaart zijn woning niet voldoende te kunnen verwarmen moet dalen naar nul procent in 2030.

De duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen of SDG’s die de Verenigde Naties in 2015 hebben aangenomen, bevatten subdoelstelling 7.1: "Tegen 2030 universele toegang tot betaalbare, betrouwbare en moderne energiediensten garanderen". Zich kunnen verwarmen maakt deel uit van de toegang tot betaalbare energie. Het aandeel van de bevolking dat verklaart zijn woning niet voldoende te kunnen verwarmen, zou dus naar nul moeten tenderen.

De Federale beleidsvisie op lange termijn inzake duurzame ontwikkeling bevat doelstelling 21: "Energiediensten zullen voor iedereen toegankelijk zijn", wat coherent is met de SDG (Belgisch Staatsblad, 08/10/2013).

Evolutie: de indicator toont een dalende trend; hij gaat van 6,4% in 2008 tot 5,2% in 2018. In 2022 bedraagt deze indicator, met de nieuwe methodologie gebruikt vanaf 2019, 5,1%.

Internationale vergelijking: deze indicator ligt iets hoger in Europa dan in België. In de EU27 is die indicator gedaald van ongeveer 10% in 2010 tot 6,9% in 2021, maar steeg weer in 2022 tot 9,3%, terwijl hij in België in 2022 5,1% bedroeg. In een verdeling van de lidstaten in drie groepen behoort België in 2022 tot de middelmatig presterende groep en het scoort beter dan het Europese gemiddelde. In dat jaar stond Finland met 1,4% op de eerste plaats en Bulgarije met 22,5% op de laatste.

Opsplitsing volgens gewest: het aandeel van de bevolking dat verklaart zijn woning niet voldoende te kunnen verwarmen in 2022 is, met de nieuwe methodologie gebruikt vanaf 2019, 7,9% in Brussel (BI95% % 5,7 – 10,1), 2,2% in Vlaanderen (BI95% 1,5 – 2,9), 9,5% in Wallonië (BI95% 7,5 – 11,5) en 5,1% in België (BI95% 4,3 – 5,9). De vergelijking tussen gewesten en de analyse van de ontwikkeling van deze indicatoren in de tijd moet rekening houden met de omvang van de betrouwbaarheidsintervallen.

Opsplitsing volgens geslacht: in 2022 bedroeg het aandeel van de bevolking dat verklaart zijn woning niet voldoende te kunnen verwarmen 5,1% voor mannen en voor vrouwen.

Opsplitsing volgens inkomen: de gegevens voor deze indicator voor de periode 2005-2022 tonen dat hoe hoger het inkomen, hoe lager het aandeel van mensen die zeggen dat ze hun huis niet voldoende kunnen verwarmen. In 2022, met de nieuwe methodologie die vanaf 2019 wordt gebruikt, bedroeg dit aandeel 11,9% voor de bevolking in het laagste inkomenskwintiel. Voor de hogere inkomenskwintielen daalt dit aandeel sterk tot 0,8% in het hoogste inkomenskwintiel.

Opsplitsing volgens type huishouden: de types huishoudens waar de verwarmingsproblemen in 2022 het grootst zijn, zijn eenoudergezinnen (12,4%), tweeoudergezinnen met ten minste 3 afhankelijke kinderen (8,4%) en alleenstaanden (6,8%).

VN-indicator: de gekozen indicator stemt met geen enkele SDG-indicator overeen, maar sluit wel aan bij subdoelstelling 7.1, aangezien het verwarmen van een woning deel uitmaakt van moderne energiediensten waartoe de bevolking toegang moet hebben.

Bronnen